Vaste planten verplanten

Vaste planten zijn makkelijk te verplanten. Doe dit in het najaar of het voorjaar. Het voordeel wanneer je de vaste planten in het najaar verplant is dat je in het voorjaar het resultaat alweer kunt zien.

Uitgraven van jouw vaste planten

Bij het uitgraven van jouw vaste planten kan je een spa gebruiken of een riek. Een riek geeft de voorkeur aangezien je daar de wortels het minste mee beschadigd. Steek de plant rondom voorzichtig los en probeer niet door de wortels heen te spitten. Bij planten die erg vast zitten gebruik je de spa alsnog. Daarna trek je de plant voorzichtig uit de grond.

Plantgat maken

Maak een plantgat dat een stuk groter is dan de kluit van jouw vaste plant. Vul de grond aan met nieuwe potgrond om de plant een nieuwe boost te geven.

Vaste plant aanplanten

Zorg dat de vaste plant op de juiste hoogte in het plantgat staat. De grond onder de plant is door het spitten los. De grond zal dus nog iets inzakken. Houdt hier rekening mee. Druk vervolgens de aarde rondom de wortels stevig aan. Het is belangrijk dat de wortels goed in de nieuwe aarde gedrukt zitten zodat de plant weer lekker kan doorwortelen.

Water geven na het aanplanten

Na het aanplanten is het zaak dat de plant voldoende water krijgt. Het mag best even een moeras worden.

Snoeien van de plant

De wortels van de plant zijn ondanks dat je voorzichtig te werk bent gegaan toch beschadigd. Hierdoor kan de plant het water wat minder goed opnemen. Wanneer je de plant terugsnoeit hoeft hij minder moeite te doen om het vocht tot bovenaan in zich op te nemen. Hier help je de plant dus mee. Snoei geeft bloei dus in het voorjaar kan jij weer genieten van jouw mooie vaste planten.