Abonneer je op onze nieuwsbrief
Meld je aan voor onze mailing en ontvang €5 korting op jouw eerste bestelling!
Het wortelgoed is reeds te pre-orderen, wees er snel bij! Klik HIER voor de collectie
Of je nu een ervaren tuinier bent of net begint met groen in de tuin, iedereen loopt weleens tegen vragen aan. Wanneer moet ik mijn hortensia snoeien? Wat doe ik met mijn planten tijdens een hittegolf? Welke planten zijn veilig bij hooikoorts? En hoe houd ik muggen of slakken op natuurlijke wijze buiten? Op deze pagina verzamelen we de meestgestelde tuinvragen – én geven we duidelijke, natuurlijke en praktische antwoorden.
Voorjaar en najaar zijn ideaal. De bodem is dan vochtig en de temperaturen mild, waardoor wortels goed kunnen ontwikkelen.
Plant op dezelfde diepte als in de pot. Te diep kan verstikking geven, te ondiep kan uitdrogen.
Ja, geef altijd royaal water zodat de wortels goed contact maken met de bodem.
Pot = het hele jaar door plantbaar. Kluit = herfst en voorjaar. Blote wortel = alleen in rustperiode (herfst–winter).
Beter niet. Bij meer dan 25°C liever uitstellen of extra goed water geven, mulchen en schaduwen.
Fargesia woekert niet en groeit polvormig. Woekerende soorten zoals Phyllostachys maken lange worteluitlopers en vragen om een wortelbegrenzer.
Fargesia is niet-woekerend, groeit compact en is ideaal voor tuinen of potten. Phyllostachys groeit hard, maakt uitlopers en heeft een krachtige uitstraling.
Niet noodzakelijk, maar je kunt dorre of te hoge halmen gerust afknippen. Fargesia kan je ook in vorm houden als haag.
Compacte Fargesia-soorten zoals ‘Rufa’ of ‘Campbell’. Gebruik een ruime pot met goede afwatering.
Ja, in het voorjaar verliest bamboe oude bladeren. Bij gele bladpunten in de zomer is vaak droogte of voedingstekort de oorzaak.
Snoei jaarlijks in de winter of het vroege voorjaar de kroon terug tot de gewenste bolvorm. Haal ook wilde scheuten aan de stam weg.
Ja, mits de pot groot genoeg is en er goed wordt gedraineerd. Geef in droge periodes extra water.
In pot: dagelijks bij warm weer. In de volle grond: 2–3 keer per week diep water geven bij jonge aanplant.
Plaats een stevige boompalencombinatie en bind het boompje losjes vast. Controleer regelmatig op ingroei.
Jonge of mediterrane soorten kunnen baat hebben bij jute of vliesdoek rond de kroon bij vorst.
Hooikoorts is een allergie voor pollen. Vermijd windbestuivers zoals berken, grassen of ambrosia. Kies liever voor insectenbestuivers zoals lavendel of salvia.
Bijvriendelijke planten met zwaar stuifmeel zijn veiliger: denk aan geraniums, hortensia’s, lavendel, rozemarijn en kruiden.
Ja, met wat aanpassingen! Werk op koele, windstille momenten, kies voor veilige planten en draag eventueel een zonnebril of pet bij veel pollen.
Boerenhortensia’s bloeien op oud hout; Annabelle en pluimhortensia’s op nieuw hout. Twijfel je? Dan liever alleen licht snoeien.
De kleur hangt af van de zuurgraad van de bodem. Zure grond (pH < 6) maakt blauw, kalkrijke grond roze. Voeg aluminiumsulfaat of turf toe voor blauwtinten.
Ja, maar zet de pot uit de wind en bescherm wortels met noppenfolie of jute. Geef bij vorst weinig tot geen water.
Waarschijnlijk heeft ze dorst. Geef royaal water bij de wortels – vaak zie je binnen een paar uur verbetering.
Nee, laat ze tot het voorjaar zitten. Ze beschermen de nieuwe knoppen tegen vorst en zien er decoratief uit in de winter.
Boerenhortensia snoei je licht in het voorjaar, alleen dode bloemen verwijderen. Pluim- en Annabelle-hortensia’s kun je in maart stevig terugsnoeien.
Zomersnoei betekent licht terugsnoeien van hagen en fruitbomen in juni–juli. Het bevordert lichtinval, compacte groei en luchtigheid.
Ja! Bij veel vaste planten zoals salvia, lavendel en rozen verlengt dit de bloeitijd. Bij hortensia laat je ze liever tot het voorjaar zitten.
Citroengeranium, munt, lavendel, citroenmelisse en basilicum verspreiden geuren waar muggen een hekel aan hebben. Zet ze bij je terras, ramen of deuren.
Gebruik barrières van koperringen, grof zand of gebroken eierschalen. Planten als varens, vrouwenmantel of geraniums worden minder snel gegeten.
Zet geen zoet eten of drankjes onbedekt buiten. Planten als kruidnagel, citroenmelisse en tomatenplanten helpen om wespen weg te houden.
Denk aan hosta, varens, hortensia, klimop en astilbe. Ook bamboe (Fargesia) is geschikt voor lichte schaduw en blijft wintergroen.
Taxus, buxus, laurier, Fargesia-bamboe, helleborus en sommige siergrassen blijven groen in de winter en zorgen voor structuur.
Mix salvia, lavendel, kattenkruid, zonnehoed en wilde marjolein. Voeg ook siergrassen toe voor afwisseling en beweging.
De potmaat (bijv. P9, C2 of 17 cm) geeft de diameter of inhoud van de kweekpot aan waarin de plant geleverd wordt. Het zegt iets over de grootte van de kluit – en dus over de ‘volwassenheid’ van de plant.
In het algemeen: hoe groter de potmaat, hoe groter en verder ontwikkeld de plant is. Een C3-plant is dus meestal steviger en voller dan dezelfde soort in C1.
Niet per se. Het hangt af van waar je de plant voor nodig hebt. Voor een haag is C1 of C2 prima als je geduld hebt. Wil je snel resultaat? Kies dan een grotere maat.
Niet altijd. Als de pot groot genoeg is en de plant gezond oogt, kun je haar gerust eerst laten acclimatiseren. Bij snelle groei of een doorwortelde pot is verpotten wél slim.
Ja! De bodem is nog warm en het regent vaker. Ideaal dus om vaste planten, siergrassen of bomen aan te planten, ze kunnen goed wortelen vóór de winter.
Denk aan siergrassen (zoals Pennisetum of Miscanthus), herfstbloeiers (zoals asters of anemonen) en vaste planten. Ook bomen op stam kunnen nu prima geplant worden.
September is perfect voor gazonherstel. Zaai kale plekken bij, verticuteer waar nodig en bemest het gras met een najaarsmeststof voor een sterk wintergazon.
Ja, hagen zoals buxus, taxus en laurier kun je nu voor de laatste keer strak snoeien voor de winter. Vermijd echter zware snoei van vorstgevoelige soorten.
Zeker! Eind september is een uitstekend moment om te starten met het planten van tulpen, narcissen, krokussen en blauwe druifjes.
Ja, september is dé maand om vaste planten te verplaatsen of te delen. Zo kunnen ze opnieuw wortelen en in het voorjaar gezond uitlopen.
Bij droge nazomerdagen wel. Nieuwe aanplant heeft altijd wat extra aandacht nodig. Geef dan diep water, niet een beetje oppervlakkig.
Gebruik geen stikstofrijke mest meer, die stimuleert bladgroei in een tijd waarin de plant juist moet afrijpen. Verplant ook geen mediterrane planten meer.
Denk aan herfstviolen, skimmia, sierkool of heuchera. Kies planten die ook bij lage temperaturen kleur en vorm behouden.
In het vroege voorjaar (maart). Laat ze in de winter staan voor structuur en bescherming van de plant.
Miscanthus, Calamagrostis en Panicum behouden een mooie pluim en bladstructuur tot ver in de winter.
Ja! Kies voor compacte soorten zoals Carex, Festuca of Pennisetum. Zorg voor goede drainage.
Zeker. Vooral soorten zoals Stipa, Festuca en Panicum doen het goed op droge, zonnige plekken.
Ja, perfect zelfs! Combineer ze met bloeiers als salvia, echinacea of rudbeckia voor beweging en kleurcontrast.
Tuinaarde is een bodemverbeteraar die meestal bestaat uit een mengsel van compost, zwarte grond en organisch materiaal. Het wordt vaak gebruikt om grond op te hogen of te verrijken, maar is niet bedoeld als directe plantgrond. De structuur is te grof en compact om wortels goed te laten ontwikkelen. Hierdoor is het geen geschikte basis voor het aanplanten van vaste planten, heesters of bomen, tenzij het gemengd wordt met luchtigere grondsoorten zoals potgrond of compost.
Tuinaarde is te compact en bevat vaak weinig structuur. Hierdoor krijgen wortels onvoldoende lucht, wat de kans op verstikking, wortelrot en slechte groei vergroot.
De plant zakt letterlijk weg. Door het gebrek aan structuur en lucht ontstaat een verzakkend, zuurstofarm milieu waarin wortels zich slecht ontwikkelen of zelfs afsterven.
Tuinaarde is prima als ophoogmateriaal of om bestaande grond wat te verrijken. Gebruik het echter nooit puur als plantgrond - altijd mengen met bijvoorbeeld potgrond of compost.
Het voelt rijk aan, maar dat is schijn. De samenstelling bevat vaak onrijpe compost of slib, wat geen stabiele basis vormt voor wortelgroei en vochtregulatie.
Gebruik luchtige, voedingsrijke potgrond of speciale aanplantgrond. Die bevatten wél structuur, humus en buffers voor vocht en voeding – en stimuleren de wortelgroei actief.
Meng het bijvoorbeeld 1:1 met potgrond of tuinturf voor meer structuur. Voeg ook perliet of compost toe als je luchtigheid en vochthuishouding wilt verbeteren.
Dat het een universele ‘plantgrond’ is. Het wordt vaak gekocht als budgetoplossing, maar dat leidt juist vaak tot teleurstelling bij vaste planten, bomen of siergrassen.
Zorg voor een dikke mulchlaag, zet potplanten in de schaduw en laat buren water geven of gebruik druppelsystemen of watergeefkegels.
Sedum, lavendel, rozemarijn, siergrassen en vetplanten hebben weinig verzorging nodig en kunnen goed tegen tijdelijk droge grond.
Ja, met eenvoudige hulpmiddelen zoals druppelslangen, oya’s of bewateringskegels. Ze geven geleidelijk water af zonder stroom of pomp.
Bij warm en droog weer: 2–4 keer per week voor planten in de volle grond, dagelijks bij potplanten. Geef liever diep en minder vaak, dan elke dag een klein beetje.
Ochtend heeft de voorkeur: de grond is dan koeler, en planten kunnen het water goed opnemen voordat de zon op z’n sterkst is. 's Avonds kan ook, maar verhoogt iets de kans op schimmelvorming.
Ja, vooral nieuw aangeplante planten en potplanten. De lucht is wel koeler, maar de bodem kan nog droog zijn. Controleer met je vinger of de grond vochtig blijft.
Alleen bij zachte, droge winters. Planten in potten onder afdak of in een kas kunnen bij langdurige droogte uitdrogen. Geef dan voorzichtig water op milde dagen (boven 5°C).
Te veel: gele, slappe bladeren, rottende wortels of schimmel.
Te weinig: droge grond, hangende of krullende bladeren. Steek af en toe een vinger of vochtmeter in de grond voor controle.
Liever niet. Waterdruppels kunnen op sommige bladeren in de felle zon schade geven (vergrootglaseffect). Geef dus vroeg of laat op de dag.
Water geven tot het onderuit de pot loopt. Zorg voor goede drainage. Bij extreme hitte kun je potten tijdelijk in een laag water zetten zodat ze zichzelf volzuigen (max. 30 min).
In de volle grond: 3–5 dagen bij gematigde temperaturen. In pot: max. 2 dagen bij zon. Gebruik eventueel watergeefkegels of vraag een buur om hulp.
Ja, bijvoorbeeld lavendel, salvia, rozemarijn en siergrassen. Plant deze in goed doorlatende grond of verhoogde borders.
Geef vroeg in de ochtend of laat op de avond water, direct bij de wortels. Gebruik mulch (zoals schors of cacaodoppen) om de bodem koel en vochtig te houden.
Vermijd het aanplanten van nieuwe planten, diepe snoei of mest geven bij extreme hitte. Focus liever op beschermen, water geven en observeren.
Kies voor droogtetoppers zoals lavendel, salvia, siergrassen, sedum en rozemarijn. Deze planten kunnen goed tegen volle zon en hebben weinig water nodig.
Voorjaar en najaar zijn ideaal. De bodem is dan vochtig en de temperaturen mild, waardoor wortels goed kunnen ontwikkelen.
Plant op dezelfde diepte als in de pot. Te diep kan verstikking geven, te ondiep kan uitdrogen.
Ja, geef altijd royaal water zodat de wortels goed contact maken met de bodem.
Pot = het hele jaar door plantbaar. Kluit = herfst en voorjaar. Blote wortel = alleen in rustperiode (herfst–winter).
Beter niet. Bij meer dan 25°C liever uitstellen of extra goed water geven, mulchen en schaduwen.
Fargesia woekert niet en groeit polvormig. Woekerende soorten zoals Phyllostachys maken lange worteluitlopers en vragen om een wortelbegrenzer.
Fargesia is niet-woekerend, groeit compact en is ideaal voor tuinen of potten. Phyllostachys groeit hard, maakt uitlopers en heeft een krachtige uitstraling.
Niet noodzakelijk, maar je kunt dorre of te hoge halmen gerust afknippen. Fargesia kan je ook in vorm houden als haag.
Compacte Fargesia-soorten zoals ‘Rufa’ of ‘Campbell’. Gebruik een ruime pot met goede afwatering.
Ja, in het voorjaar verliest bamboe oude bladeren. Bij gele bladpunten in de zomer is vaak droogte of voedingstekort de oorzaak.
Snoei jaarlijks in de winter of het vroege voorjaar de kroon terug tot de gewenste bolvorm. Haal ook wilde scheuten aan de stam weg.
Ja, mits de pot groot genoeg is en er goed wordt gedraineerd. Geef in droge periodes extra water.
In pot: dagelijks bij warm weer. In de volle grond: 2–3 keer per week diep water geven bij jonge aanplant.
Plaats een stevige boompalencombinatie en bind het boompje losjes vast. Controleer regelmatig op ingroei.
Jonge of mediterrane soorten kunnen baat hebben bij jute of vliesdoek rond de kroon bij vorst.
Hooikoorts is een allergie voor pollen. Vermijd windbestuivers zoals berken, grassen of ambrosia. Kies liever voor insectenbestuivers zoals lavendel of salvia.
Bijvriendelijke planten met zwaar stuifmeel zijn veiliger: denk aan geraniums, hortensia’s, lavendel, rozemarijn en kruiden.
Ja, met wat aanpassingen! Werk op koele, windstille momenten, kies voor veilige planten en draag eventueel een zonnebril of pet bij veel pollen.
Boerenhortensia’s bloeien op oud hout; Annabelle en pluimhortensia’s op nieuw hout. Twijfel je? Dan liever alleen licht snoeien.
De kleur hangt af van de zuurgraad van de bodem. Zure grond (pH < 6) maakt blauw, kalkrijke grond roze. Voeg aluminiumsulfaat of turf toe voor blauwtinten.
Ja, maar zet de pot uit de wind en bescherm wortels met noppenfolie of jute. Geef bij vorst weinig tot geen water.
Waarschijnlijk heeft ze dorst. Geef royaal water bij de wortels – vaak zie je binnen een paar uur verbetering.
Nee, laat ze tot het voorjaar zitten. Ze beschermen de nieuwe knoppen tegen vorst en zien er decoratief uit in de winter.
Boerenhortensia snoei je licht in het voorjaar, alleen dode bloemen verwijderen. Pluim- en Annabelle-hortensia’s kun je in maart stevig terugsnoeien.
Zomersnoei betekent licht terugsnoeien van hagen en fruitbomen in juni–juli. Het bevordert lichtinval, compacte groei en luchtigheid.
Ja! Bij veel vaste planten zoals salvia, lavendel en rozen verlengt dit de bloeitijd. Bij hortensia laat je ze liever tot het voorjaar zitten.
Citroengeranium, munt, lavendel, citroenmelisse en basilicum verspreiden geuren waar muggen een hekel aan hebben. Zet ze bij je terras, ramen of deuren.
Gebruik barrières van koperringen, grof zand of gebroken eierschalen. Planten als varens, vrouwenmantel of geraniums worden minder snel gegeten.
Zet geen zoet eten of drankjes onbedekt buiten. Planten als kruidnagel, citroenmelisse en tomatenplanten helpen om wespen weg te houden.
Denk aan hosta, varens, hortensia, klimop en astilbe. Ook bamboe (Fargesia) is geschikt voor lichte schaduw en blijft wintergroen.
Taxus, buxus, laurier, Fargesia-bamboe, helleborus en sommige siergrassen blijven groen in de winter en zorgen voor structuur.
Mix salvia, lavendel, kattenkruid, zonnehoed en wilde marjolein. Voeg ook siergrassen toe voor afwisseling en beweging.
De potmaat (bijv. P9, C2 of 17 cm) geeft de diameter of inhoud van de kweekpot aan waarin de plant geleverd wordt. Het zegt iets over de grootte van de kluit – en dus over de ‘volwassenheid’ van de plant.
In het algemeen: hoe groter de potmaat, hoe groter en verder ontwikkeld de plant is. Een C3-plant is dus meestal steviger en voller dan dezelfde soort in C1.
Niet per se. Het hangt af van waar je de plant voor nodig hebt. Voor een haag is C1 of C2 prima als je geduld hebt. Wil je snel resultaat? Kies dan een grotere maat.
Niet altijd. Als de pot groot genoeg is en de plant gezond oogt, kun je haar gerust eerst laten acclimatiseren. Bij snelle groei of een doorwortelde pot is verpotten wél slim.
Ja! De bodem is nog warm en het regent vaker. Ideaal dus om vaste planten, siergrassen of bomen aan te planten, ze kunnen goed wortelen vóór de winter.
Denk aan siergrassen (zoals Pennisetum of Miscanthus), herfstbloeiers (zoals asters of anemonen) en vaste planten. Ook bomen op stam kunnen nu prima geplant worden.
September is perfect voor gazonherstel. Zaai kale plekken bij, verticuteer waar nodig en bemest het gras met een najaarsmeststof voor een sterk wintergazon.
Ja, hagen zoals buxus, taxus en laurier kun je nu voor de laatste keer strak snoeien voor de winter. Vermijd echter zware snoei van vorstgevoelige soorten.
Zeker! Eind september is een uitstekend moment om te starten met het planten van tulpen, narcissen, krokussen en blauwe druifjes.
Ja, september is dé maand om vaste planten te verplaatsen of te delen. Zo kunnen ze opnieuw wortelen en in het voorjaar gezond uitlopen.
Bij droge nazomerdagen wel. Nieuwe aanplant heeft altijd wat extra aandacht nodig. Geef dan diep water, niet een beetje oppervlakkig.
Gebruik geen stikstofrijke mest meer, die stimuleert bladgroei in een tijd waarin de plant juist moet afrijpen. Verplant ook geen mediterrane planten meer.
Denk aan herfstviolen, skimmia, sierkool of heuchera. Kies planten die ook bij lage temperaturen kleur en vorm behouden.
In het vroege voorjaar (maart). Laat ze in de winter staan voor structuur en bescherming van de plant.
Miscanthus, Calamagrostis en Panicum behouden een mooie pluim en bladstructuur tot ver in de winter.
Ja! Kies voor compacte soorten zoals Carex, Festuca of Pennisetum. Zorg voor goede drainage.
Zeker. Vooral soorten zoals Stipa, Festuca en Panicum doen het goed op droge, zonnige plekken.
Ja, perfect zelfs! Combineer ze met bloeiers als salvia, echinacea of rudbeckia voor beweging en kleurcontrast.
Tuinaarde is een bodemverbeteraar die meestal bestaat uit een mengsel van compost, zwarte grond en organisch materiaal. Het wordt vaak gebruikt om grond op te hogen of te verrijken, maar is niet bedoeld als directe plantgrond. De structuur is te grof en compact om wortels goed te laten ontwikkelen. Hierdoor is het geen geschikte basis voor het aanplanten van vaste planten, heesters of bomen, tenzij het gemengd wordt met luchtigere grondsoorten zoals potgrond of compost.
Tuinaarde is te compact en bevat vaak weinig structuur. Hierdoor krijgen wortels onvoldoende lucht, wat de kans op verstikking, wortelrot en slechte groei vergroot.
De plant zakt letterlijk weg. Door het gebrek aan structuur en lucht ontstaat een verzakkend, zuurstofarm milieu waarin wortels zich slecht ontwikkelen of zelfs afsterven.
Tuinaarde is prima als ophoogmateriaal of om bestaande grond wat te verrijken. Gebruik het echter nooit puur als plantgrond - altijd mengen met bijvoorbeeld potgrond of compost.
Het voelt rijk aan, maar dat is schijn. De samenstelling bevat vaak onrijpe compost of slib, wat geen stabiele basis vormt voor wortelgroei en vochtregulatie.
Gebruik luchtige, voedingsrijke potgrond of speciale aanplantgrond. Die bevatten wél structuur, humus en buffers voor vocht en voeding – en stimuleren de wortelgroei actief.
Meng het bijvoorbeeld 1:1 met potgrond of tuinturf voor meer structuur. Voeg ook perliet of compost toe als je luchtigheid en vochthuishouding wilt verbeteren.
Dat het een universele ‘plantgrond’ is. Het wordt vaak gekocht als budgetoplossing, maar dat leidt juist vaak tot teleurstelling bij vaste planten, bomen of siergrassen.
Zorg voor een dikke mulchlaag, zet potplanten in de schaduw en laat buren water geven of gebruik druppelsystemen of watergeefkegels.
Sedum, lavendel, rozemarijn, siergrassen en vetplanten hebben weinig verzorging nodig en kunnen goed tegen tijdelijk droge grond.
Ja, met eenvoudige hulpmiddelen zoals druppelslangen, oya’s of bewateringskegels. Ze geven geleidelijk water af zonder stroom of pomp.
Bij warm en droog weer: 2–4 keer per week voor planten in de volle grond, dagelijks bij potplanten. Geef liever diep en minder vaak, dan elke dag een klein beetje.
Ochtend heeft de voorkeur: de grond is dan koeler, en planten kunnen het water goed opnemen voordat de zon op z’n sterkst is. 's Avonds kan ook, maar verhoogt iets de kans op schimmelvorming.
Ja, vooral nieuw aangeplante planten en potplanten. De lucht is wel koeler, maar de bodem kan nog droog zijn. Controleer met je vinger of de grond vochtig blijft.
Alleen bij zachte, droge winters. Planten in potten onder afdak of in een kas kunnen bij langdurige droogte uitdrogen. Geef dan voorzichtig water op milde dagen (boven 5°C).
Te veel: gele, slappe bladeren, rottende wortels of schimmel.
Te weinig: droge grond, hangende of krullende bladeren. Steek af en toe een vinger of vochtmeter in de grond voor controle.
Liever niet. Waterdruppels kunnen op sommige bladeren in de felle zon schade geven (vergrootglaseffect). Geef dus vroeg of laat op de dag.
Water geven tot het onderuit de pot loopt. Zorg voor goede drainage. Bij extreme hitte kun je potten tijdelijk in een laag water zetten zodat ze zichzelf volzuigen (max. 30 min).
In de volle grond: 3–5 dagen bij gematigde temperaturen. In pot: max. 2 dagen bij zon. Gebruik eventueel watergeefkegels of vraag een buur om hulp.
Ja, bijvoorbeeld lavendel, salvia, rozemarijn en siergrassen. Plant deze in goed doorlatende grond of verhoogde borders.
Geef vroeg in de ochtend of laat op de avond water, direct bij de wortels. Gebruik mulch (zoals schors of cacaodoppen) om de bodem koel en vochtig te houden.
Vermijd het aanplanten van nieuwe planten, diepe snoei of mest geven bij extreme hitte. Focus liever op beschermen, water geven en observeren.
Kies voor droogtetoppers zoals lavendel, salvia, siergrassen, sedum en rozemarijn. Deze planten kunnen goed tegen volle zon en hebben weinig water nodig.
Meld je aan voor onze mailing en ontvang €5 korting op jouw eerste bestelling!